Deze jonge mevrouw spreken we op een ochtend als we langs gaan bij ’t Houwke. We vragen haar of ze misschien even de tijd voor ons heeft om een paar vragen te beantwoorden. Ze zegt daarop volmondig: “Ja.”
Als we eenmaal in gesprek zijn, merken we al dat ze niet veel te vertellen heeft en een vrouw is van weinig woorden. Ze vertelt ons dat ze nog maar kort vrijwilligerswerk doet hier en vorige week een aantal keer in de Grote Houw is geweest om mensen op te halen. Ze zegt daarbij dat dit meer gedaan moet worden. “Sommige mensen die daar wonen, zien we nooit en je hoort er ook nooit wat van. Eigenlijk moeten deze mensen soms gevraagd worden of ze niet een keertje naar beneden komen, anders zitten ze daar ook maar steeds alleen.“
Op onze andere vragen heeft ze steeds geen antwoord en is ze erg stil. Als we bij de vraag aangekomen wat ze graag veranderd ziet worden, blijft het opvallend stil nu zegt ze echt niks en ontwijkt ze ons. Hierdoor stellen wij de vraag of ze later zelf voor haar moeder zal gaan zorgen waarop ze antwoord: “Dat weet ik nog niet. Mijn moeder heeft het altijd voor haar ouders gezorgd, maar wil het mij niet aandoen om voor haar te zorgen.” Daarbij vertelt ze dat ze vindt dat het een eigen keuze moet zijn van de kinderen is om voor hun ouders te zorgen. We kunnen het mensen niet verplichten om voor hun ouders te gaan zorgen, terwijl mensen een drukke baan en een eigen gezin hebben.