“Ik heb een hele fijne oude dag”

– mevrouw Willemsen –

Het appartement van Mevrouw Willemsen is opgeruimd en modern ingericht. “Ik ben heel vlot en modern voor mijn leeftijd,” zegt ze lachend. Mevrouw is nu 88 jaar. Ze leidt ons rond in haar huis. Het valt ons op dat alles zeer modern is ingericht. In de badkamer zijn wat aanpassingen te zien. “Ik heb de ziekte van énière,” legt ze uit, “daardoor heb ik problemen met mijn evenwicht en val ik soms. Ik ben er een tijd onzeker door geweest omdat de aanvallen steeds vaker terugkwamen. Ik kwam de deur minder vaak uit. Nu is er een vrijwilligster die regelmatig met mij buiten gaat wandelen.”

We merken al vrij snel dat mevrouw goed op de hoogte is van alles, onder andere de actualiteiten in het nieuws. “Soms denk ik: Goh, wat ben ik al oud. Ik voel me echt nog geen 88.“ Over haar huidige woonsituatie is ze zeer tevreden. “Ik woon hier hartstikke fijn. Ik heb een keuken, een woonkamer, badkamer en slaapkamer. Wat wil ik nog meer?” Ze blijft het liefst zo zelfstandig mogelijk en vertelt ook dat ze altijd zelf kookt. Mevrouw Willemsen is zeer tevreden over de thuiszorg. Ze heeft altijd een alarm om. “Als er iets is hoef ik maar op het alarm te drukken en er komt direct iemand aan.” Ook krijgt ze hulp bij het douchen.

Mevrouw Willemsen is geboren in het jaar 1925 te Rotterdam. Ze woonde toen op de tweede verdieping, en ze sliepen met 6 kinderen in een kamer. Of je een jongen of een meisje was, maakte niet uit. Een eigen douche was er niet, de kinderen werden gewassen in een teil. Het water werd ook niet verschoond tussen de wasbeurten door. “Ik heb de crisis meegemaakt, het bombardement meegemaakt, ons huis kwijtgeraakt, ik heb eigenlijk niets aan mijn jeugd gehad. Er was veel armoede en werkeloosheid.“

Op haar 19e is ze getrouwd en van Rotterdam naar Breda verhuisd. Omdat Rotterdam opnieuw opgebouwd moest worden, was er weinig werk te vinden. In Breda werd een fabriek geopend waar haar man kon werken. Ze kwamen te wonen in een nieuw huis, in de buurt waar ze nu nog steeds woont. Het was een erg groot huis. “Het was voor ons alsof we in een paleis woonden. We hadden ineens een eigen douche.”

Op haar 75e is ze in de Grote Houw gaan wonen. Ze is hier ook vrijwilligster geweest tot haar 80e, omdat ze nog erg fit was. Volgens mevrouw Willemsen was er in het begin meer saamhorigheid binnen de Grote Houw, omdat het toen onder Vitalis Woonzorg viel. Tegenwoordig komen veel mensen niet meer naar buiten, en is er veel eenzaamheid bij de ouderen, vertelt ze.

Volgens mevrouw Willemsen is ten opzichte van vroeger veel verbeterd voor de ouderen binnen de zorg. Toch vindt ze dat ouderen relatief laat worden opgenomen ten opzichte van vroeger. “20 jaar geleden kon je op je 65e naar een verzorgingstehuis, nu nemen ze je pas op als je een gevaar vormt voor jezelf of anderen.”

Mevrouw Willemsen is niet zo voor de mantelzorg. Haar kinderen zijn druk met hun eigen leven, die kunnen de zorg niet op zich nemen. “Kinderen moeten hun vrijheid hebben.”

Met trots vertelt mevrouw over haar kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen. Ze is trots op wat ze bereikt hebben. Ze geeft aan dat ze zelf niet zoveel aan haar jeugd gehad heeft, en het daarom heel belangrijk vond dat haar kinderen studeerden en het beste uit hun jeugd haalden. Mevrouw Willemsen heeft veel gereisd samen met een vriendin, die ook in de Grote Houw woonde. “Ik heb alles wat ik gemist heb uit mijn jeugd ingehaald. Aan mijn jeugd heb ik niks gehad, maar ik ben hartstikke tevreden nu.”

Voor mevrouw Willemsen is wonen in de Grote Houw haar ideale laatste woonvertrek. Het lijkt haar verschrikkelijk om naar een verzorgingstehuis te moeten. “Als ik niks meer kan, zal ik in de verzorging moeten. Daar kijk ik met angst en beven tegenop.” Ze heeft al ervaring met leven in een verpleegtehuis, vanwege haar twee vervangen heupen. Er was te weinig personeel. “Als ik veel pijn heb, dan zou ik voor euthanasie kiezen.”

Van technologie maakt mevrouw Willemsen niet zoveel gebruik. Ze heeft weinig verstand van computers en telefoons. Wel blijft ze op de hoogte van de technologische ontwikkelingen, uit interesse.