“Toen ik jonger was, zag ik ouderen als mensen die respect verdienen en ook een vorm van wijsheid hebben”

– Jan Evenhuis –

Jan woont sinds 2,5 jaar op de Grote Houw, welke gevestigd is aan dagcentrum ’t Houwke. Het bevalt hem uitstekend, omdat hij daar vrij en onafhankelijk is. Bovendien is het levendig in ’t Houwke.

Voordat Jan hier kwam wonen, woonde hij bij Sterrenbos. Dit zijn twee flats van twaalf verdiepingen hoog. Hij woonde hier ‘op kamers’ met een familie. Deze kamer huurde hij en door de familie werd hij voorzien van alles wat hij nodig had. De hospita van Jan werd 92 en kon niet meer voor hem werken.

Om eerlijk te zijn bevalt het Jan op de Grote Houw beter, maar dit voornamelijk vanwege zijn vrijheid. Binnen het Sterrenbos had hij te maken met een bepaalde mate van beperking, omdat je rekening moet houden met anderen. Jan komt dikwijls in dagcentrum ’t Houwke. Hij houdt zichzelf bezig met lezen en leest voornamelijk historische boeken. Daarnaast vindt hij het prettig dat hij in ’t Houwke koffie kan drinken en maaltijden kan nuttigen. Hierdoor heeft hij meer sociale contacten opgedaan. Volgens Jan is de mens een sociaal wezen en kan eigenlijk niet zonder medemensen. Vanwege het feit dat het binnen ’t Houwke levendig is, ziet hij de ruimte als uniek en prettig.

Op de vraag of er volgens Jan dingen zijn die verbeterd kunnen worden op het gebied van zijn woonsituatie, antwoordt hij dat hij het moeilijk vindt om deze vraag te beantwoorden, omdat hij hier nog te kort woont. Hij heeft een tijdje nodig gehad om opnieuw te settelen en zou dus pas in de toekomst kunnen nagaan of er verbeterpunten zijn. Op dit moment is hij hier nog niet mee bezig en geniet volop van zijn vrijheid. Hij heeft een eigen vermogen en leeft van de AOW.

We gaan een tijdje terug in de tijd met Jan. Vroeger woonde hij met zijn ouders in een villa. Het was een mooi huis, gebouwd door een ingenieur die daar de rest van zijn leven wilde wonen, maar helaas in de Tweede Wereldoorlog is doodgeschoten. Het huis had veel aantrekkelijke kanten. Het was mooi en ruim. Hierna is Jan gaan studeren in Groningen en heeft daar op kamers gewoond. Toen de ouders van Jan ouder werden, zijn zij tot het einde van hun leven in hun eigen huis blijven wonen. Ze zijn verhuisd naar een ander huis in Drenthe. Toen zijn moeder een beroerde had gekregen en zijn vader al was gestorven, keek zijn broer naar haar om. Hij had ook voldoende vermogen om dit te verwezenlijken.

We vragen aan Jan of hij ook veranderingen in de zorg merkt. Volgens hem ervaart hij de zorg natuurlijk anders dan iemand die dat vroeger nooit heeft meegemaakt. Voor Jan is de zorg iets buitengewoons. Hij is op dit moment tevreden over de zorg en faciliteiten waar hij gebruik van kan maken. Hij weet dat er veranderingen (bezuinigingen) binnen de zorg aan zitten te komen, maar volgens Jan kan de zorg nooit helemaal teruggeschroefd worden.