“Ik heb nog steeds vakantie”

– de heer Van Loon –

We lopen ’t Houwke binnen en zien dat de heer Dijkers, de heer Van Loon en de heer Huijbrechts aan het biljarten zijn. We leggen uit wie we zijn en wat we aan het doen zijn, en maken een afspraak om later terug te komen. De heren zijn namelijk erg fanatiek aan het biljarten.

De heer Van Loon woont sinds tien jaar zelfstandig in een appartement, met veel ruimte en met buiten een terras dat vol bloemen staat. Hij woont daar alleen, want zijn vrouw leeft niet meer. Het is een atrixwoning, dat wil zeggen dat het een woning is die bij het verzorgingstehuis hoort. Automatisch heeft de heer Van Loon dus een abonnement op de zorg en dit bevalt hem uitstekend. “Toen het heel slecht ging met mijn vrouw, hoefde ik maar te bellen en er stonden twee verpleegkundigen op de stoep.” Hij heeft ook een bandje om, voor als hij bijvoorbeeld valt. Momenteel is de heer van Loon in de 70 en nog niet zo zorgbehoevend, maar het is altijd handig voor later. Hij woont daarom op een prima plek.

Vroeger woonde meneer in een twee onder een kap woning in Ulvenhout, met een hele grote tuin. Het was fantastisch om daar te wonen en zijn hobby was dan ook samen in de tuin werken met zijn vrouw. In het weekend gingen ze nooit weg, maar waren ze altijd bezig in hun tuin.

Meneer komt regelmatig bij ’t Houwke om te biljarten met de mannen en op woensdag komt hij voor de maaltijd. Ook is meneer actief als vrijwilliger bij het koersbal.

Wanneer we aan meneer vragen wat hij van de zorg vindt, vertelt hij dat hij zou willen dat alles terug kon naar hoe het vroeger was. “Maar het kan niet anders, want alles wordt vanuit Wij geregeld. Daar heb je niets over te zeggen.” Wel vindt hij het goed dat de hulp ten opzichte van vroeger professioneler is. Het lijkt hem dan ook niets om door zijn eigen kinderen verzorgd te worden. “Ik wil niet terugvallen op mijn kinderen, maar dat kan ook niet. Ze wonen ver weg en hebben hun eigen leven.” Toch wordt de zorg wel minder en is er volgens meneer meer uitgebreidere hulp nodig. “Je moet al half dood zijn, wil je in een bejaardentehuis terecht komen.”

Vroeger was er veel meer respect voor ouderen, vertelt meneer. Jongeren hebben nu tegenspraak, vroeger was vaders en moeders wil wet. “Ook als je met de bus meegaat, staan alle banken vol met tassen. Jongeren staan niet meer op voor ouderen.”

Volgens de heer Van Loon is zijn huidige woonsituatie de perfecte. “Ik heb nog steeds vakantie.”